d'n Hadeejer december 2023

d’n HaDeejer - 13 Er is alleen één probleem. Hoe overtuig je de Kerstman ervan dat hij de Kerstman is? “Zal ik met u mee naar huis lopen meneer?” “Dat is lief van je jongen, maar ik weet helemaal niet waar ik woon. Eigenlijk weet ik niet eens hoe ik heet.” De man kijkt hulpeloos. “En mijn voet doet zo’n pijn, ik denk ook niet dat ik kan lopen.” “Daar heb ik wel een oplossing voor. Wacht hier heel even, ik ben snel terug.” Zo snel als hij kan (en dat is best snel) rent hij naar huis. Hij laat Ollie door de achterdeur naar binnen en pakt zijn fiets. “Waar ga jij nu nog naartoe?” roept zijn moeder hem nog achterna, maar hij sjeest al de oprit af. “Ho, ho, ho, niet zo snel!,” roept de oude man, als Freek hard komt aangefietst. “Stap maar op ker.. uhm meneer.” Zo snel als hij kan fietsen, rijdt de jongen naar het opvangcentrum van de dierenambulance. “Ho, ho, ho!” roept de man nog een paar keer, maar Freek is absoluut niet van plan om zijn snelheid te minderen. Aangekomen bij het verzorgingscentrum ziet hij direct de ambulancemedewerkers van eerder staan. “Ik ben super benieuwd hoe het met het rendier gaat, mag ik even bij hem kijken?” Freek krijgt te horen dat het niet zo goed gaat. Een dierenarts heeft hem onderzocht en eigenlijk geen grote verwondingen gevonden, maar het beestje wil helemaal niks eten of drinken. “Het enige wat hij doet is in een hoekje van zijn stal liggen,” zegt de vrijwilliger treurig, “loop maar even mee.” Freek en de oude man lopen in snelle pas achter hem aan en zien al snel wat de man bedoelde. Het dier ligt als een hoopje ellende in de stal en kijkt glazig voor zich uit. “Ach wat een lief, lief dier,” zegt de oude man ineens. Het rendier kijkt hen onderzoekend aan. De man knielt bij hem neer en houdt hem voorzichtig vast. Freek ziet de kleur in het gezicht van het rendier terugkomen. Vooral zijn neus wordt een paar tinten roder. Tegelijkertijd lijkt ook het gezicht van de oude man wat op te klaren. Hij begint zelfs enthousiast te praten. “Wat ben jij een ontzettend mooi en trouw beestje.” Dan draait hij zich dankbaar om naar de jongen. “Zou je wat mos voor ons willen halen? Dit lief dier heeft ontzettende honger en ik heb het gevoel dat een beetje sappig sterrenmos precies is waar hij zin in heeft.” De jongen rent naar buiten en vindt al snel wat in de dichtstbijzijnde bosrand. Hij voelt de zenuwen in zijn buik. Zou zijn plan gaan lukken? Als hij terugkomt, lijkt alle hoop verloren: het duo is vertrokken. Freek ziet ze nog net om het hoekje van het stallencomplex verdwijnen. Als hij ze achterna rent en de hoek om komt, ziet hij helemaal niemand meer. Verdrietig fietst de tiener alleen naar huis terug. Het is al super laat en door de tranen in zijn ogen valt het hem helemaal niet op dat er onderweg naar huis overal kerstlichtjes te zien zijn. Ze hangen aan de dakranden van huizen, in een grote boom bij iemand in de voortuin en aan de lantaarnpalen op de hoofdstraat. Als hij thuis komt en zijn ouders hem opgelucht omhelzen, ze hadden zich veel zorgen gemaakt, vertelt Freek alleen maar stilletjes dat hij op een missie was en zonder succes. “Laat me maar even, ik ga slapen.” “Ach kind, je laat ons toch niet zonder jou kerstavond vieren?” Pas dan valt de kerstboom hem op, met de mooiste lampjes die hij ooit gezien heeft. Hij kijkt door de prachtig versierde woonkamer. De tranen van verdriet maken plaats voor een brok in zijn keel, als hij beseft dat de wereld weer normaal is. Hij glimlacht en gaat op de bank zitten. “Nou vertel ons maar eens over die missie,” zegt zijn vader. “Ik geloof dat het toch gelukt is pap.” Zijn ouders kijken hem nog even vragend aan, maar wat die missie precies was, laat hij in het midden. Niemand zou hem tenslotte geloven. ‘Kerstman, kerstman... wat is een kerstman?’

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=