d'n Hadeejer januari 2024

14 - d’n HaDeejer ouders. Maar ik denk dat het soms een beetje is doorgeslagen en dat het goed is dat we nu weer een beetje teruggaan naar het collectief. Hoe zijn we samen in een klas, een wijk en een samenleving? Laat kinderen vanuit vertrouwen en positieve ervaringen het leven instappen. Het hoeft niet allemaal in de acht jaar op de basisschool te gebeuren. En: niet iedereen hoeft naar de havo. Het hele slimme kind kan ook een hele slimme timmerman worden. En het kind dat soms wat extra leertijd of hulp nodig heeft, groeit later vanuit vertrouwen door tot dat wat hij/zij wil worden. Dat is ook goed.” Waarmee had je succes in de klas? “Met humor, grapjes maken; dat maakt alles makkelijker. Een beetje gek doen, meespelen. Vooral niet altijd serieus doen.” Cor Verberk ( 80 ), werkte 32 jaar als directeur op de Cuneraschool/het Mozaïek Waarom ben je het onderwijs in gegaan? Eigenlijk wilde ik dierenarts worden, maar daar had ik niet de goede opleiding voor en toen ben ik naar de Kweekschool gegaan. Ik ging het onderwijs in, omdat een oom van mijn vaderskant hoofd van de school in Keldonk was. Voordat ik in dienst ging, ben ik daar een paar keer ingevallen. Na mijn diensttijd ben ik ge- start in Keldonk als onderwijzer voor een combinatieklas met 40 kinderen. Mijn grootste drijfveer was het omgaan met kinderen en dat is altijd gebleven.” Wat doe je momenteel? “Ik kan niet stilzitten en doe veel vrijwilligerswerk. Ik probeer regelmatig te gaan duofietsen en ben ook begeleider bij de ontmoetingsmiddag voor mensen, die nog geen indicatie voor dagbesteding in een zorgcentrum zoals Laverhof heb- ben. Ook ben ik vrijwilliger bij de museumboerderij als gids, als jeugdbegeleider bij de basisschoolprojecten en lid van de werkgroep beheer, vooral in de boerde- rijtuin. Samen met mijn vrouw Annemiek besteed ik veel tijd aan onze vijf kinderen en kleinkinderen. Pas geleden hebben wij veel schoolspullen naar onze dochter in Portugal gebracht, zij gaat daar een schooltje beginnen. Zoals het er nu uitziet, gaan wij na carnaval weer naar haar toe als zij is bevallen van ons twaalfde klein- kind. Ze kennen daar namelijk geen kraamzorg, dus gaan wij haar helpen.” Wat is je leukste en minst leuke herinnering aan je werk? “Ik heb hele leuke herinneringen aan het schoolkamp van groep 8. Regelmatig word ik nog gevraagd om bij een reünie oude filmpjes te draaien. In de kamp- week was je iets minder de onderwijzer. Ik kon daar zijn wie ik was en geintjes uithalen, ook met de ouders die meehielpen. Heel vervelend vond ik het dat er steeds meer een prestatiecultuur kwam; meis- jes die naar het lhno gingen en jongens die naar de lts gingen werden steeds minder gewaardeerd. Als aan mij gevraagd werd hoeveel kinderen er naar het gymnasium gingen, begon ik altijd eerst te vertellen hoeveel kinderen er naar het lhno en naar de lts gingen.” Wat vind je goed aan het huidige lessysteem en wat minder goed? “Het goede in het onderwijs is dat leerlingen nu beter begeleid worden in de zoektocht naar zelfstandigheid. Minder goed vind ik dat er te veel getoetst wordt. Je toetst alleen het geheugen. Het gaat erom dat kinderen volwaardig kun- nen deelnemen aan de maatschappij; ze moeten erop voorbereid worden dat dingen niet altijd meezitten, en dat het hard nodig is om elkaar te helpen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=