d'n Hadeejer februari 2024
30 - d’n HaDeejer Clara van Espendonck (1675-1727) De ‘Lichtekooi van Zwanenburg’ Landgoed Zwanenburg kent een oude geschiedenis, die begint rond het jaar 1300. Het oudste gedeelte van het gebouw, de kelder, dateert vrijwel zeker uit de 14e eeuw en onder de kelder zijn resten van een muur gevonden uit het laatste kwart van de 13e eeuw (1275-1300). Onlangs is uit archiefonderzoek door onze dorpsgenoot Elle Klop duidelijk geworden wie allemaal eigenaar zijn geweest en wie er gewoond hebben 1 . Tekst Eugène van Bouwdijk Bastiaanse Fotografie René Kuijs en Sanne van Rozendaal Vormgeving Esmée Geubbels Vaak zijn de eigenaren tevens de bewoners, maar ook werd het soms voor langere tijd verhuurd. Een van deze huurders was vanaf 1690, gedurende bijna 10 jaar, de Luitenant van het Staatse leger Bernard van Espendonck. Bernard had meerdere dochters, waarvan de oudste Pieternella Clara heette en Clara werd genoemd. Bijzondere minnaars Clara was een bijzonder meisje dat het niet zo nauw nam met de zeden en vele minnaars heeft versleten, vaak zelfs meerdere tegelijk! Haar minnaars waren ook niet de eerste de beste, maar rijke heren, waaronder ook de landelijk bekende schrijver Jacob Campo Weyerman. Weyerman publiceerde in zijn tijd roddel-tijdschriften, waarbij hij enerzijds verdiende aan de verkoop van zijn wekelijkse tijdschriften en anderzijds aan chantage, doordat hij rijke mensen geld vroeg om publicatie van hun wandaden te voorkomen. Hij stierf, veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf in de Haagse gevangenpoort in 1747. Weyerman gaf personages in zijn geschriften bijnamen of schreef de naam niet voluit, maar met enkele sterretjes in plaats van letters; uit de context is echter vaak wel te achterhalen wie hij bedoelde. Nooit getrouwd, wel zwanger Over Clara van Espendonck heeft Weyerman veel geschreven, vermoedelijk omdat hij zelf een van haar langst volhoudende minnaars was. Clara is nooit getrouwd en is “Een Officiers Dochter woonachtig te Heeswijk had mee een Hapje geslorpt uyt Naturas Kordiaal Bottel, des kwam zij ook met haar Water aanslurven. Ik die wist waar de Poes hinkte, zey, dat zij gestoeyt had met den bakkersknegt van de Heerlykheyt, en dat die haar een fransch Brood had gelaaten tot een Pand der Minne. Die vriendelijke Klara lacghte dat zy schudde, en repliceerde, Dat is mis, Dokter van het Urinaal, den Baron van V*** heeft me dat Paasbrood gebakken.” 2 Eugène van Bouwdijk Bastiaanse van Landgoed Zwanenburg
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=