d'n HaDeejer maart 2024

d’n HaDeejer - 7 Tekst Thea van der Doelen Fotografie Eefje Voets Vormgeving Monique Raaijmakers Ze heeft een man, vier kinderen, negen kleinkinderen en ontelbaar veel andere zaken waar ze van houdt, zoals carnaval. Ze is sociaal bewogen, kleurrijk, praat graag, is altijd bezig en beheerst met name veel handwerktechnieken. Behalve ajour breien, maar als dat nou het enige is! Limburg Maria van Daal- Mucha (69) is geboren in Heerlen, Limburg. Moeder is een Limburgse, vader komt oorspronkelijk uit Slowakije, toen nog Tsjecho-Slo- wakije. Hij woont dicht bij de Rus- sische grens en vlucht in 1948, toen achttien jaar oud, vanwege de on- veilige situatie naar Nederland. Zijn ouders en zusje blijven daar. Hij gaat werken in de mijnen en krijgt onderdak in het zogenaamd ‘gezel- lenhuis’ in Brunssum, samen met andere ongehuwde mijnarbeiders. Later leert hij zijn vrouw kennen. Opleiding Maria zit op de huishoudschool en heeft het totaal niet naar haar zin. Liever was ze naar de ambachts- school gegaan om te lassen. Als 14-jarige gaat ze samen met haar moeder werken in de zeepfabriek Dalli in Stolberg, in Duitsland bij Aken. “Ik had het naar mijn zin, maar mijn oudere broer Jan die op de kweekschool zat, vond dat ik wel wat anders kon gaan doen en zorgde ervoor dat ik in Nuth in Huize op de Berg de opleiding tot zwakzinningenverzorg- ster kon gaan volgen. Ik leerde daar Ine Nowhak kennen, die al eerder een opleiding had gevolgd tot ziekenverzorg- ster bij Cunera in HaDee en graag terug wilde.” Intern “Zodoende kwam ik als 17-jarige, samen met haar, op 1 februari 1972 hier terecht voor een opleiding bij verpleeg- huis Cunera, waar toen alleen nonnen woonden. Ik ging intern, met zestien leerlingen en twee nonnen in één groot huis, naast de winkel waar vroeger bloemist Tiny van Rooij zat. We hadden plezier en draaiden veel muziek. Op Cunera was alles heel duidelijk. Je luisterde gewoon naar het hoofd en subhoofd. Er werkten allemaal vrouwen in panty’s; witte kapjes en uniformen waren verplicht. Harry en Theo waren de enige (tuin)mannen die daar rondliepen. Later moesten we ook mannen verplegen, dat was wennen. Het was heel fijn als je dienst had op zondag, dan mocht je naar de wit- heren in de abdij voor het bijwonen van een Latijnse mis. Bij gebroken diensten gingen we tussendoor naar Jan van Erp of naar de Siem. Of als iedereen klaar was met wer- ken, samen rikken of ‘vuisten met lucifers’.” In die tijd is Maria ook de eerste vrouwelijke verzorger van het 1e elftal van VV Heeswijk. Voet- ballers veinzen regelmatig klachten, maar dat leert Maria ze snel af. Na twee seizoenen was het alweer gedaan, want haar aanwezigheid zorgde voor veel reuring, vooral on- der de partners van de voetballers. Verkering “In het café van Simon en José (de Siem) mocht ik elke woensdag- avond even naar huis bellen. Was ik vier dagen vrij, dan moest ik van de nonnen naar huis, maar ik had geen geld voor een treinkaartje. MARIA. GEBOREN IN HEERLEN MOEDER VAN 4 KINDEREN HAAR OUDERS MOEDER UIT LIMBURG EN VADER UIT SLOWAKIJE IS NOGAL BEDRIJVIG EN DAAROM ALTIJD IETS OM HANDEN HOUDT VAN MATERIALISTISCH, MAAR IS NIET MATERIAAL INGESTELD HAAR MOTTO ZIEN DOET MAKEN DOET OVERAL INSPIRATIE OP WAS DE EERSTE VROUWELIJKE VERZORGER VAN HET 1STE ELFTAL VAN VV HEESWIJK Maria van Daal heeft altijd iets om handen

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=