Mark ging na de basisschool naar het plaatselijke Gym-
nasium. Voetballend bij het Dintherse Avesteyn door-
liep hij zijn voortgezet onderwijsperiode feilloos, totdat
het examenjaar kwam. Hij had zich al ingeschreven voor
de vervolgopleiding bedrijfscommunicatie in Nijmegen,
maar moest dit nog een jaartje uitstellen. In 2011 startte
hij alsnog met de beoogde opleiding. “Het bood me een
breed pakket aan vakken: van het opstellen van marke-
ting- en communicatiestrategieën tot het schrijven van
adviesplannen in crises en het onderzoek doen naar ver-
schillen in voorlichtingscampagnes. Het eerste half jaar
ben ik nog elke dag op en neer gereisd, ging ik om 6.30
uur van huis en keerde om 18.30 uur terug. Dat was echt
pittig, ik was er al gauw achter dat ik dit niet lang vol zou
houden.” In januari 2012 ging hij daarom op kamers in
Nijmegen, de stad waar hij nu nog woont. Door zijn studie
en beperkte tijd om te trainen, maakte hij bij Avesteyn de
overstap naar een lager seniorenelftal. Hier speelde hij
echter meestal maar één keer per maand mee, omdat hij
op zondag ook nog op de tribune wilde zitten bij zijn grote
clubliefde Feyenoord. Het besluit om te stoppen met het
actieve voetbal was een logische keuze.
Een echte voetballiefhebber
De passie voor Feyenoord zit er van jongs af aan in. “Toen
ik 8 of 9 was, ging ik met mijn vader Hans en broer Ro-
bin naar alle thuiswedstrijden van de club. Dat was rond
2002, de periode waarin we de UEFA-cup wonnen,” ver-
telt hij trots. Omdat het bezoeken van de wedstrijden op
een gegeven moment moeilijk te combineren was met de
drukke werkweek van vader, ging de seizoenkaart de ijs-
kast in. “Zodra ik mijn rijbewijs had gehaald, hebben Ro-
bin en ik weer een seizoenkaart genomen en zijn we nog
altijd van de partij! In de loop der jaren hebben we daar
veel jongens leren kennen en ondertussen zijn we met
een mooie groep. Ik vind het wel eens jammer dat ik door
mijn huidige werk niet elke wedstrijd meer kan bijwonen,
maar ik ga wanneer ik kan.”
Halverwege zijn opleiding wilde Mark de journalistieke
richting opgaan. “In 2014 heb ik samen met tien tot twaalf
anderen, voetballiefhebbers die ik via Twitter had leren
kennen, het voetbaltijdschrift ‘Staantribune’ opgericht.
Een blad over de voetbalcultuur, sfeerbeleving in de stadi-
ons en achtergrondverhalen over cultvoetballers zoals bij-
voorbeeld Theo Lucius. Het bestaat nog steeds, komt zes
keer per jaar uit en het aantal abonnees groeit gestaag. Ik
kan nu alleen beperkt schrijven door mijn drukke baan.”
Binnengerold bij N.E.C.
De eerste kennismaking met de Nijmeegse voetbalclub
was via een stage. “Ik maakte onderdeel uit van de webre-
dactie, schreef verslagen van de beloften en gaf live-up-
dates op Social Media bij wedstrijden van het eerste elftal.
Ik kende slechts enkele personen van de club, maar had
hierdoor contact met mijn huidige voorganger bij N.E.C.”
Die haalde hem ook binnen, toen Mark hem vertelde dat
hij aan een Masteropleiding wilde beginnen, maar dat nog
niet kon, omdat hij één vak nog niet afgerond had. ‘Dan
rond je dat bij ons af en kom je bij mij op kantoor wer-
ken’, zo luidde het aanbod. In de kleine organisatie kreeg
Mark al snel eigen verantwoordelijkheden. “Ik werkte aan
de programmaboekjes, nam interviews af met spelers
en bedacht acties voor de kaartverkoop. N.E.C. was net
gepromoveerd naar de Eredivisie en er moest overal op
bezuinigd worden. Het is mooi om zo’n kleine club draai-
ende te houden. Iedereen babbelt met elkaar; van de se-
lectie en de staf, tot en met de horeca, grasmeester en
stadionmanager.”
Mark zit in de
sportmarketing
bij N.E.C.
Tekst
Berry van de Wetering
Fotografie
Eefje Voets
Net als veel kleine jongetjes, droomde Mark van Zutphen (25) van een
carrière als profvoetballer. Hij was er echter al snel achter dat het dit
niet ging worden. Inmiddels werkt hij wel bij betaald voetbalorganisatie
N.E.C. “Ik vergeet soms dat dit eigenlijk best bijzonder is.”
INTERVIEW
30
d ’ n hadeejer